tweehonderdtweeëndertig
0 | 2 | 3 | 2 |
tweehonderdtweeëndertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdtweeëndertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərˈtwejənˌdɛrtəx / (7 lettergrepen)
- twee·hon·derd·tweeën·der·tig, twee·hon·derd·twee·en·der·tig
- samenstelling van tweehonderd ht en tweeëndertig ht
tweehonderdtweeëndertig
- "232", het getal tussen tweehonderdeenendertig en tweehonderddrieëndertig, tweehonderd plus tweeëndertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdtweeëndertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdtweeëndertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdtweeëndertig" ht als linkerdeel
1. het getal 232
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdtweeëndertig | tweehonderdtweeëndertigs |
verkleinwoord | tweehonderdtweeëndertigje | tweehonderdtweeëndertigjes |
de tweehonderdtweeëndertig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 232 is aangeduid
- Als jij tweehonderdtweeëndertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de tweehonderdtweeëndertig mv
- groep van 232 eenheden
- Die tweehonderdtweeëndertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'tweehonderdtweeëndertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.