tweehonderdtweeëndertigs
- twee·hon·derd·tweeën·der·tigs, twee·hon·derd·twee·en·der·tigs
de tweehonderdtweeëndertigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tweehonderdtweeëndertig
- Het woord 'tweehonderdtweeëndertigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.