tweehonderdentweeëndertig
0 | 2 | 3 | 2 |
tweehonderdentweeëndertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdentweeëndertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈtwejənˌdɛrtəx / (8 lettergrepen)
- twee·hon·derd·en·tweeën·der·tig, twee·hon·derd·en·twee·en·der·tig
tweehonderdentweeëndertig
- "232", langere vorm van tweehonderdtweeëndertig, tweehonderd plus tweeëndertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdentweeëndertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdentweeëndertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- tweehonderdtweeëndertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdentweeëndertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdentweeëndertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'tweehonderdentweeëndertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)