tweehonderddrieënzeventig
Nederlands
0 | 2 | 7 | 3 |
tweehonderddrieënzeventig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: tweehonderddrieënzeventig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərˈdrijənˌsevə(n)təx / (8 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderddrieënnegentig': /ˌtwehɔndərˈdrijənˌzøvəntəx/
Woordafbreking
- twee·hon·derd·drieën·ze·ven·tig, twee·hon·derd·drie·en·ze·ven·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tweehonderd ht en drieënzeventig ht
Hoofdtelwoord
tweehonderddrieënzeventig
- "273", het getal tussen tweehonderdtweeënzeventig en tweehonderdvierenzeventig, tweehonderd plus drieënzeventig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderddrieënzeventig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderddrieënzeventig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderddrieënzeventig" ht als linkerdeel
Vertalingen
1. het getal 273
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderddrieënzeventig | tweehonderddrieënzeventigs |
verkleinwoord | tweehonderddrieënzeventigje | tweehonderddrieënzeventigjes |
Zelfstandig naamwoord
tweehonderddrieënzeventig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 273 is aangeduid
- Als jij tweehonderddrieënzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
tweehonderddrieënzeventig mv
- groep van 273 eenheden
- Die tweehonderddrieënzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderddrieënzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.