speeltafel
- Geluid: speeltafel (hulp, bestand)
- speel·ta·fel
- samenstelling van speel ww en tafel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speeltafel | speeltafels |
verkleinwoord | speeltafeltje | speeltafeltjes |
- (meubel) een meubelstuk om te gebruiken als tafel bij een of ander spel
- In het casino was het druk, geen speeltafel was onbezet.
- (muziekinstrument) het geheel van toetsen, pedalen, en andere bedieningsorganen van een muziekinstrument, vooral van een orgel
- De orgelbouwer zal ons vandaag uitleg geven over de mogelijkheden van een moderne speeltafel voor ons orgel.
- [1] meubilair
- [2] bedieningsorgaan
- [1] bridge, casino, kaartspel, poker, roulette
- [2] harmonium, kerkorgel, keyboard, synthesizer, toetsenbord
1. meubelstuk
2. bedieningsorganen van een muziekinstrument
- Het woord speeltafel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "speeltafel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be