smelt
- smelt
- van Middelnederlands smelt, smelten ww zonder de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smelt | smelten |
verkleinwoord | - | - |
- (metallurgie) hoeveelheid gesmolten materie
- (straattaal) (Bargoens) tin
- (figuurlijk) (straattaal) (Bargoens) geld
- (straalvinnigen), bepaald soort zeevis, Hyperoplus lanceolatus , die tot 40 cm lang wordt
- [2] zandspiering
- zandspieringen, pietermanachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- smeltappel, smeltbaar, smeltbad, smeltbak, smeltbout, smeltbuis, smeltdelven, smeltdraad, smelten, smelten af, smelten in, smelten ineen, smelten om, smelten samen, smelten uit, smelten weg, smelter, smelterig, smelterij, smeltfosfaat, smeltglas, smelthaard, smelthitte, smelthonig, smelthoning, smelthuis, smeltijzer, smeltindex, smelting, smeltkaas, smeltketel, smeltkleur, smeltkroes, smeltkuil, smeltlassen, smeltlepel, smeltlijn, smeltmeester, smeltmiddel, smeltoven, smeltpan, smeltpatroon, smeltpeer, smeltpoeder, smeltpot, smeltproces, smeltprop, smeltpunt, smeltpyrometer, smeltschema, smeltsluiting, smeltsneeuw, smeltstaal, smeltster, smeltstop, smeltstrook, smeltstuk, smelttemperatuur, smelttijd, smelttraject, smelttrog, smeltveiligheid, smeltverlies, smeltwarmte, smeltwater, smeltzekering, smeltzilver, smeltzone, smeltzout
vervoeging van |
---|
smelten |
smelt
- Het woord smelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smelt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ smelt (gesmolten massa) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ smelt (zandspiering) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
smelt |
gesmelt |
volledig |
smelt
- smelten
- «Die ys het gesmelt en alles nat gemaak.»
- Het ijs is gesmolten en heeft alles nat gemaakt.
- «Die ys het gesmelt en alles nat gemaak.»