smelterig
- smel·te·rig
- naamwoord van handeling van smelten met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | smelterig | smelteriger | smelterigst |
verbogen | smelterige | smelterigere | smelterigste |
partitief | smelterigers | smelterigerers | - |
smelterig [1]
- al te week en gevoelig
- Het woord 'smelterig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smelterig" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be