Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • teer·har·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen teerhartig teerhartiger teerhartigst
verbogen teerhartige teerhartigere teerhartigste
partitief teerhartigs teerhartigers -

Bijvoeglijk naamwoord

teerhartig

  1. een zeer gevoelig en teer gemoedsleven hebbend
    • De teerhartige jongen vluchtte weg bij het zien van een muisje. 
    • De teerhartige vrouw kon niet meer slapen nadat ze gehoord had over de dierenmishandeling. 

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be