Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hui·le·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen huilerig huileriger huilerigst
verbogen huilerige huilerigere huilerigste
partitief huilerigs huilerigers -

Bijvoeglijk naamwoord

huilerig

  1. makkelijk en veel aan het huilen
    • Het meisje was door verkoudheid en oververmoeidheid wat huilerig. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be