Nederlands

 
Reiger
Uitspraak
Woordafbreking
  • rei·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reiger reigers
verkleinwoord reigertje reigertjes

Zelfstandig naamwoord

de reigerm

  1. (roeipotigen) benaming voor ooievaarachtige watervogels uit de familie Ardeidae  , met lange poten en spitse snavel
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen