Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blau·we rei·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwe reiger blauwe reigers
verkleinwoord blauwe reigertje blauwe reigertjes

Zelfstandig naamwoord

de blauwe reigerm

  1. (roeipotigen) bepaald soort grote vogel, Ardea cinerea  , met een lengte van circa 90 cm
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen