roerdomp
- roer·domp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roerdomp | roerdompen |
verkleinwoord | roerdompje | roerdompjes |
de roerdomp m
- (roeipotigen) Botaurus stellaris schuchtere vogel uit de reigerfamilie die een dompend geluid voortbrengt
- Afrikaanse tijgerroerdomp, Australische roerdomp, gestreepte tijgerroerdomp, Mexicaanse tijgerroerdomp, Nieuw-Guinese tijgerroerdomp, Noord-Amerikaanse roerdomp, rosse tijgerroerdomp, Zuid-Amerikaanse roerdomp
1. schuchtere vogel uit de reigerfamilie die een dompend geluid voortbrengt
- Het woord roerdomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roerdomp" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "roerdomp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ roerdomp op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be