• over·hoop

overhoop

  1. in een wanordelijke staat
    • We hebben het hele huis overhoop gehaald maar een testament is niet gevonden. 
  2. in staat van sterke onderlinge verdeeldheid en/of ruzie
    • Die partijen liggen altijd met elkaar overhoop. 
  • overhoop halen
alles van z'n plaats halen iets te zoeken
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]