rommelig
- rom·me·lig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rommelig | rommeliger | rommeligst |
verbogen | rommelige | rommeligere | rommeligste |
partitief | rommeligs | rommeligers | - |
rommelig
- niet opgeruimd, met een storende mate van wanorde
- Je kamer is alleen maar rommeliger erop geworden.
- Tot nu toe werd de invloed van zwarte gaten alleen indirect gezien: door de straling die ze uitstoten wanneer ze te rommelig het materiaal in hun omgeving verorberen. [1]
- Het woord rommelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rommelig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ de Volkskrant George van Hal 10 april 2019 Astronomen maken eerste foto van een zwart gat
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be