Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·hoop·ste·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overhoopsteken
stak overhoop
overhoopgestoken
klasse 4 volledig

Werkwoord

overhoopsteken

  1. overgankelijk op onbezonnen wijze iemand met een steekwapen of mes ernstig verwonden of doden
    • Bij de rel werd de kroegbaas als eerste overhoopgestoken. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid