onverveerd
- Geluid: onverveerd (hulp, bestand)
- on·ver·veerd
- afgeleid van verveerd met het voorvoegsel on-
- oude vorm van onvervaard, gebruikt in het Wilhelmus
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onverveerd | onverveerder | onverveerdst |
verbogen | onverveerde | onverveerdere | onverveerdste |
partitief | onverveerds | onverveerders | - |
onverveerd
- (verouderd) zonder vrees, met veel moed
- een Prinse van Oranje, ben ik, vrij, onverveerd
- onbevreesd, dapper, fier, kloek, kranig, moedig, onversaagd, onverschrokken, vermetel, onverschrokken, boud, stout
- Het woord onverveerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.