onversaagd
- Geluid: onversaagd (hulp, bestand)
- on·ver·saagd
- In de betekenis van ‘onverschrokken’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- antoniem van versaagd met het voorvoegsel on- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onversaagd | onversaagder | onversaagdst |
verbogen | onversaagde | onversaagdere | onversaagdste |
partitief | onversaagds | onversaagders | - |
onversaagd
- zonder vrees
- Onversaagd te werk gaan.
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord onversaagd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onversaagd" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "onversaagd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ onversaagd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be