vermetel
- ver·me·tel
- In de betekenis van ‘stoutmoedig’ voor het eerst aangetroffen in 1475 [1]
- afleiding van vermeten met het achtervoegsel -el [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vermetel | vermeteler | vermetelst |
verbogen | vermetele | vermetelere | vermetelste |
partitief | vermetels | vermetelers | - |
vermetel [3]
- heel erg dapper, moediger dan bij iemands mogelijkheden past in positieve maar ook in negatieve zin
- Bij het Ei van Ko kijken twee jongens niet begrijpend naar Cameron en Flo. Van living statues hebben ze blijkbaar nog nooit gehoord. "Dat bint leu die de hele tied stil stoat."Gelukkig verstaat het Australische duo, verenigd onder de naam Statuesque geen Twents. En bovendien: de vrouwelijke helft beweegt wel zeker en doet zelfs vermetele pogingen om haar geliefde naar zich toe te trekken. Die geeft geen krimp, alleen zijn hoofd.[4]
- Wie vermetele plannen en een hele grote zak met geld heeft, kan zijn geluk beproeven met een overname van Unilever. De multinational heeft zijn enige beschermingsconstructie tegen vijandige overnamepogingen weggehaald.[5]
- stoutmoedig, onvervaard, overmoedig, onverschrokken, moedig, brutaal, driest, roekeloos, gewaagd, onvoorzichtig, onverschrokken, gedurfd, onbescheiden
1.
- Het woord vermetel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vermetel" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "vermetel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vermetel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 19-MEI-2008
- ↑ Volkskrant Gerard Reijn 15 december 2017,
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be