kabel
Niet te verwarren met: kabaal, kabal, Kabel |
- ka·bel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dik touw of staal’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- Afkomstig via het Frans van het Latijnse zelfstandige naamwoord capulum (= touw), dat van het Latijnse werkwoord capere (= grijpen, pakken) komt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kabel | kabels |
verkleinwoord | kabeltje | kabeltjes |
de kabel m
- (techniek) lijn van 3 tot 6 ineengedraaide touwen van hennep, kunststof, staal of ander materiaal
- (scheepvaart) kabel om het schip vast te leggen
- (elektrotechniek) is een samenstel van twee of meer geïsoleerde elektrische leidingen, met een gezamenlijke mantel
- [2] tros, kabeltros, scheepstros, sleeptros
|
|
1. lijn van 3 tot 6 ineengedraaide touwen van hennep, kunststof, staal of ander materiaal
- Het woord kabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kabel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kabel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ka·bel
- Afkomstig via het Frans van het Latijnse zelfstandige naamwoord capulum (= touw), dat van het Latijnse werkwoord capere (= grijpen, pakken) komt
Naar frequentie | 11588 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kabel | kablet ook: kabelet |
kabler | kablerne |
genitief | kabels | kablets ook: kabelets |
kablers | kablernes |
kabel, o
|
|
|
- kabel in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
- ka·bel
- Afkomstig via het Frans van het Latijnse zelfstandige naamwoord capulum (= touw), dat van het Latijnse werkwoord capere (= grijpen, pakken) komt
Naar frequentie | 14185 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kabel | kabelen | kabeler | kabelene |
genitief | kabels | kabelens | kabelers | kabelenes |
kabel, m
- ka·bel
- Afkomstig via het Frans van het Latijnse zelfstandige naamwoord capulum (= touw), dat van het Latijnse werkwoord capere (= grijpen, pakken) komt
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kabel | kabelen | kabelar | kabelane |
kabel, m
|
|
|