kabelbreuk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kabelbreuk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·bel·breuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kabel en breuk zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kabelbreuk | kabelbreuken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- breuk in/van een kabel
Gangbaarheid
- Het woord kabelbreuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.