honderdnegen
Nederlands
0 | 1 | 0 | 9 |
honderdnegen,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: honderdnegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈneɣə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- hon·derd·ne·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van honderd ht en negen ht
Hoofdtelwoord
honderdnegen
- "109", het getal tussen honderdacht en honderdtien, honderd plus negen
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen honderdnegen euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdnegen van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "honderdnegen" ht als linkerdeel
Vertalingen
1. het getal 109
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honderdnegen | honderdnegens |
verkleinwoord | honderdnegentje | honderdnegentjes |
Zelfstandig naamwoord
- dat wat in een (rang)ordening met 109 is aangeduid
- Als jij honderdnegen opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
honderdnegen mv
- groep van 109 eenheden
- Die honderdnegen kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord honderdnegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.