eenhonderdnegen
0 | 1 | 0 | 9 |
eenhonderdnegen,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: eenhonderdnegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈneɣə(n) / (5 lettergrepen)
- een·hon·derd·ne·gen
- samenstelling van eenhonderd ht en negen ht
eenhonderdnegen
- "109", langere vorm van honderdnegen, honderd plus negen (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdnegen euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdnegen.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdnegen (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdnegen" ht als linkerdeel
- Het woord 'eenhonderdnegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.