Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • hlav·ní
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *golvьnъ
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord hlava met het achtervoegsel -ní

Bijvoeglijk naamwoord

hlavní

  1. hoofd-; de belangrijkste uit meerdere
    «Hlavní příčinou naší porážky byly chyby v obraně.»
    De hoofdoorzaak van ons verlies waren fouten in de verdediging.
  2. hoofd-; centraal
    «Hlavní město Španělska je Madrid.»
    De hoofdstad van Spanje is Madrid.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. klíčový, podstatný, primární, převážný, převládající, stěžejní, zásadní, základní
  2. ústřední, centrální
Antoniemen
  1. nepodstatný, okrajový, podružný, sekundární, vedlejší
  2. okrajový, periferní, provinční
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties

Verwijzingen