graecisme
- grae·cis·me
- leenvertaling van Latijn graecismus met het achtervoegsel -isme, in de betekenis van ‘ontlening aan het Grieks’ voor het eerst aangetroffen in 1552 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graecisme | graecismen |
verkleinwoord |
het graecisme o
- (taalkunde) (pejoratief) woord of uitdrukking overgenomen uit het Oudgrieks of gevormd naar Oudgrieks voorbeeld
- ▸ En de Latijnse vertaling van dit gedicht bevat enkele virtuoos geplaatste alliteraties en een zeer geleerd archaïsch graecisme.[4]
- ▸ Natuurlijk, al die hebraïsmen en graecismen maakten de vorige vertalingen moeilijk leesbaar, maar nu lijkt het soms of iedere beeldspraak gladgestreken moet worden.[5]
[1] benamingen voor barbarismen in het Nederlands:
1. woord of uitdrukking overgenomen uit het Oudgrieks of gevormd naar Oudgrieks voorbeeld
- Het woord graecisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graecisme" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ graecisme op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "graecisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Ilja Leonard Pfeijffer“Het hart moet worden gekoeld” (23 april 2004) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Hendrik Spiering“Hardleerse koppen en harten” (15 december 2000) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be