Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·sis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frisisme frisismen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het frisismeo

  1. (taalkunde) (pejoratief) woord of uitdrukking overgenomen uit het Fries of gevormd naar Fries voorbeeld
Hyperoniemen
Verwante begrippen
[1] benamingen voor barbarismen in het Nederlands:

Meer informatie

Gangbaarheid