frisisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fri·sis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frisisme | frisismen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het frisisme o
- (taalkunde) (pejoratief) woord of uitdrukking overgenomen uit het Fries of gevormd naar Fries voorbeeld
Hyperoniemen
Verwante begrippen
[1] benamingen voor barbarismen in het Nederlands:
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord frisisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.