gewoonte
- Geluid: gewoonte (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈwontə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈʋontə/, /χəˈʋoʊ̯ntə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣəˈβ̞oːntə/
- (Limburg): /ɣəˈwoːntə/
- ge·woon·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewoonte | gewoonten, gewoontes |
verkleinwoord | gewoontetje | gewoontetjes |
de gewoonte v
- vaste wijze om dingen te doen
- Autorijden wordt heel snel een gewoonte.
- ▸ Na het eten had ze een opmerkelijke gewoonte om een Snicker naast haar hoofd te leggen voor als ze in de nacht een vreetkick kreeg vanwege haar joint.[1]
- ▸ Het leek misschien een onconventioneel begin van een bestuursvergadering, dat gaf oom Carl Lauritz ook toe en hij grapte dat het natuurlijk geen gewoonte moest worden.[2]
|
- De gewoonte is ( of wordt) een tweede natuur
1. vaste wijze om dingen te doen
- Het woord gewoonte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewoonte" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
gewoonte
- gewoonte; vaste wijze om dingen te doen
gewoonte
- gewoonte; vaste wijze om dingen te doen