• leef·ge·woon·te
enkelvoud meervoud
naamwoord leefgewoonte leefgewoontes
leefgewoonten
verkleinwoord

de leefgewoontev [1]

  1. manier waarop men gewend is te leven; het vaste gedrag van een levend organisme
     Hij kende de bomen met naam en toenaam, hij wist van alles over de leefgewoontes van kevers.[2]
     Het verhoogde risico op diabetes type 2 bij avondmensen kan mogelijk niet helemaal toegeschreven worden aan hun ongezondere leefgewoonten.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026356186
  3.   Weblink bron
    Maike Abbink
    “Avondmensen hebben meer kans op diabetes, ook als je corrigeert voor ongezonde leefstijl” (6 oktober 2023), NewScientist