Dieselmotor met dynamo voor elektriciteitsopwekking.
  • dy·na·mo
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘toestel voor opwekking van elektrische energie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1894 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dynamo dynamo's
verkleinwoord dynamootje dynamootjes

de dynamom

  1. (elektrotechniek) (werktuigbouwkunde) een machine die mechanische energie, binnenkomend via een draaiende as, omzet in elektrische energie
    • Hij wilde 's avonds op zijn fiets weg, maar zijn dynamo deed het niet. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


  • IPA: /dɪnamɔ/
  • dy·na·mo

dynamo o

  1. (elektrotechniek) (werktuigbouwkunde) dynamo; een machine voor het omzetten van mechanische energie in gelijkstroom