driehonderdzeventien

       
0 3 1 7
driehonderdzeventien,
op een abacus
  • drie·hon·derd·ze·ven·tien

driehonderdzeventien

  1. "317", het getal tussen driehonderdzestien en driehonderdachttien, driehonderd plus zeventien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdzeventien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdzeventien van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdzeventien" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdzeventien driehonderdzeventiens
verkleinwoord driehonderdzeventientje driehonderdzeventientjes

de driehonderdzeventienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 317 is aangeduid
    • Als jij driehonderdzeventien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de driehonderdzeventienmv

  1. groep van 317 eenheden
    • Die driehonderdzeventien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.