Nederlands

       
0 3 0 5
driehonderdvijf,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·vijf
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdvijf

  1. "305", het getal tussen driehonderdvier en driehonderdzes, driehonderd plus vijf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdvijf euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdvijf van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdvijf" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdvijf driehonderdvijfs
verkleinwoord driehonderdvijfje driehonderdvijfjes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdvijfv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 305 is aangeduid
    • Als jij driehonderdvijf opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdvijf mv

  1. groep van 305 eenheden
    • Die driehonderdvijf kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid