driehonderdtweeënvijftig

Nederlands

       
0 3 5 2
driehonderdtweeënvijftig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·tweeën·vijf·tig, drie·hon·derd·twee·en·vijf·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdtweeënvijftig

  1. "352", het getal tussen driehonderdeenenvijftig en driehonderddrieënvijftig, driehonderd plus tweeënvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdtweeënvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdtweeënvijftig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdtweeënvijftig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdtweeënvijftig driehonderdtweeënvijftigs
verkleinwoord driehonderdtweeënvijftigje driehonderdtweeënvijftigjes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdtweeënvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 352 is aangeduid
    • Als jij driehonderdtweeënvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdtweeënvijftig mv

  1. groep van 352 eenheden
    • Die driehonderdtweeënvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid