disk
- disk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | disk | disks |
verkleinwoord | diskje | diskjes |
de disk m
- (informatica) schijf voor magnetische opslag van computergegevens
- De disk is bijna geheel vervangen door de USB-stick.
- Het woord disk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "disk" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "disk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
disk m
- schijf; een plat en rond voorwerp
- (informatica) disk; opslagmedium
- (sport) discus; een zware werpschijf die gebruikt wordt bij de atletische sport discuswerpen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /dɪsk/
- disk
- Afgeleid van het Latijnse discus
- schijf; een plat en rond voorwerp
- (informatica) disk; opslagmedium
- (sport) discus; een zware werpschijf die gebruikt wordt bij de atletische sport discuswerpen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | disk | disky |
genitief | disku | disků |
datief | disku | diskům |
accusatief | disk | disky |
vocatief | disku | disky |
locatief | disku | discích |
instrumentalis | diskem | disky |
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.