• com·mis·sie
enkelvoud meervoud
naamwoord commissie commissies
verkleinwoord commissietje commissietjes

de commissiev

  1. groep personen met een bepaalde opdracht of voor een bepaald doel bijeengeroepen
  2. vergoeding voor het werk van iemand die voor een ander iets koopt of verkoopt in de vorm van een klein deel van de koopsom
  3. opdracht tot het vervaardigen van een object in de kunstwereld, zoals een schilderij.
100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]


commissie v

  1. opdracht, mandaat