Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad-hoc·com·mis·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ad-hoccommissie ad-hoccommissies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ad-hoccommissiev

  1. tijdelijke commissie die is opgericht voor één specifieke taak
     Beroepsorganisatie NU’91, ook onderdeel van de ad-hoccommissie, is teleurgesteld over het rapport. De medische vakbond had verzocht concretere bedragen in het rapport op te nemen, maar dat is niet gebeurd. Volgens NU’91 moet er 2,5 miljard euro worden geïnvesteerd in, waar nodig, hogere zorgsalarissen en extra scholing en zeggenschap voor zorgmedewerkers.[1]
     Pelosi vertelde dinsdagavond aan een commissie in het Huis dat zij een ad-hoccommissie over het onderwerp zou oprichten in een poging om ‘de waarheid te achterhalen’, zeiden de bronnen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Advies SER: geef zorgmedewerkers meer vrijheid, kansen en geld” (12-05-2021), Tubantia
  2.   Weblink bron “Bestorming Capitool: Nancy Pelosi wil onderzoekscommissie oprichten ondanks Republikeinse blokkering” (23/06/2021), De Standaard