evaluatiecommissie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eva·lu·a·tie·com·mis·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord evaluatiecommissie evaluatiecommissies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de evaluatiecommissiev

  1. team mensen die kijken of iets naar verwachting heeft gefunctioneerd; team dat een evaluatie verricht
     Een evaluatiecommissie was hard in haar oordeel over het optreden van de Nederlandse zwemploeg op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Commissievoorzitter Marc Delissen noemt het onderlinge wantrouwen in de equipe als belangrijke reden voor de tegenvallende prestaties.[1]
     Volgens de evaluatiecommissie zijn de landen nog niet in staat tot een structureel gezonde financiële huishouding. Wel hebben ze verbeteringen bereikt en zijn achterstanden ingelopen. Maar die vooruitgang is volgens de commissie dus nog niet voldoende.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Delissen: onderling wantrouwen nekte zwemploeg” (Zondag 16 oktober 2016, 19:30), NOS
  2.   Weblink bron “Curaçao en Sint-Maarten langer onder financieel toezicht” (Vrijdag 2 oktober 2015, 20:47), NOS