belastingdeal
- be·las·ting·deal
- samenstelling van belasting en deal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belastingdeal | belastingdeals |
verkleinwoord | belastingdealtje | belastingdealtjes |
de belastingdeal m
- overeenkomst die grote bedrijven met de belastingdienst van een land sluiten zodat ze (wereldwijd) minder belasting betalen door alleen in dat land een beetje belasting te betalen waar dat land dan weer een voordeeltje van heeft.
- Brussel zet eerste stap tegen belastingdeals [1]
- Het woord 'belastingdeal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.