appropriate
- ap·pro·pri·ate
- Afkomstig van het Latijnse woord appropriatus, het voltooid deelwoord van appropriare (ad + proprius).
- Engels werkwoord met het voorvoegsel ap- en met het achtervoegsel -ate.
Naar frequentie | 917 (bijvoeglijk naamwoord) |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
appropriate | more appropriate | most appropriate |
appropriate
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to appropriate |
he/she/it | appropriates |
verleden tijd | appropriated |
voltooid deelwoord |
appropriated |
onvoltooid deelwoord |
appropriating |
gebiedende wijs | appropriate |
appropriate
- zich toeëigenen
- aanpassen
- toewijzen