aas
- aas
- [A] via Middelnederlands aes en Oudfrans ais "gewicht en munt" van Latijn as, in de betekenis ‘soort kaart’ aangetroffen vanaf 1301-1325 [1] [2] [3]
- [B] zn: erfwoord via Middelnederlands aes van Oudnederlands as, in de betekenis van ‘kadaver’ aangetroffen vanaf 1151-1200 en in die van ‘lokspijs, voedsel’ vanaf 1287 [4] [5] [6] [7]
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | aas | azen |
verkleinwoord | aasje | aasjes |
- speelkaart die met A aangeduid wordt; vaak hoogste in het spel, hoewel ze eigenlijk de getalswaarde 1 heeft
- De aas van troef is de hoogste kaart in het spel.
-
1. Een versierde aas van schoppen.
-
1. De vier azen in een modern kaartspel.
- geen aasje: geen ziertje
1. speelkaart
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | aas | azen |
verkleinwoord | aasje | aasjes |
[B] het aas o
- stuk vlees dat als lokmiddel gebruikt wordt
- Vergiftigd aas is een bekende manier om ongewenste honden en katten te doden.
- dood dier dat door een aasvreter opgeruimd wordt
- In de natuur wordt alles hergebruikt. Zo is aas voedsel voor aasvreters en wormen.
- lokmiddel in het algemeen
- ▸ Het zou lang duren voordat ik vergat hoe Eff Polly het aas van de vrijheid had voorgehouden.[8]
-
1. Dit karkas is aas voor een krokodil.
-
2. Namaakvis die als aas bij het hengelen wordt gebruikt.
1. lokmiddel
vervoeging van |
---|
azen |
[B] aas
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van azen
- Ik aas.
- gebiedende wijs van azen
- Aas!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van azen
- Aas je?
- Het woord aas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aas" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[9] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ aas (bij kaartspel) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ aas (lokspijs, dood dier) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "aas" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Victoria Holt“Een waaier van geluk” (1988), Saga, ISBN 9788726484939
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be