aasje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aasje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aas·je

Zelfstandig naamwoord

het aasje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aas

Gangbaarheid

• Het woord aasje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aasje" herkend door:

83 %	van de Nederlanders;
80 %	van de Vlamingen.