ais

Niet te verwarren met: aïs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ais    (hulp, bestand)
• IPA: /ɑjs/

Woordafbreking

• ais

Zelfstandig naamwoord

de ais mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ai

Anagrammen

• sai

Gangbaarheid

• Het woord ais staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Beiers

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudhoogduitse īs

Zelfstandig naamwoord

ais o

1. ijs

Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• ais

Zelfstandig naamwoord

ais o

1. (muziek) de toon ”aïs”
2. (muziek) aïs: korte aanduiding van de toonaard “aïs-mineur”

   «Eine Sonate in ais.»

   Een sonate in aïs kleine terts.

Antoniemen

• [2] Ais, Ais-Dur, Ais-Dur-Tonleiter

Afgeleide begrippen

• [2] ais-Moll, ais-Moll-Tonleiter

Verwante begrippen

• [1,2] As, hes, Hes, ces, Ces, des, Des, es, Es, fes, Fes, ges, Ges

Maleis

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Engelse ice.

Zelfstandig naamwoord

ais

1. ijs

Synoniemen

• air batu

Verwante begrippen

• aiskrim