aasbloem
- aas·bloem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aasbloem | aasbloemen |
verkleinwoord | aasbloempje | aasbloempjes |
de aasbloem v
- (plantkunde) benaming voor diverse stinkende planten zoals de stinkende kamille Anthemis cotula
- ▸ „Wat zo leuk is aan deze plant: hij stinkt. En behoorlijk ook. Het is een aasbloem, dus hij trekt met zijn vieze geur allerlei vliegen aan, die weer voor bestuiving zorgen. Gelukkig is het alleen de bloem die stinkt, en die bloeit maar een week. Zodra die afsterft, groeit het blad. En dan merk je niets meer van die stank.”[3]
- Het woord 'aasbloem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aasbloem" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ aasbloem op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Laurien van Ulzen“Flora in Ootmarsum: van bonsaibomen tot stinkplanten” (10-08-2018), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be