aastor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aas·tor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aas en tor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aastor | aastorren |
verkleinwoord | aastorretje | aastorretjes |
Zelfstandig naamwoord
aastor
- kever die eieren in dode lichamen legt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'aastor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aastor" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be