Gebruiker:Robin van der Vliet/Vertaalgadget/kater

  • ka·ter
  • In de betekenis van ‘mannetjeskat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1297 [1]
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onaangenaam gevoel na dronkenschap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kater katers
verkleinwoord katertje katertjes

kater m

  1. (dierkunde) het mannetje van de kat
  2. het beroerde gevoel dat ontstaat na het gebruik van te veel alcohol
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]


kater

  1. veldbed