nominatief genitief datief accusatief
vol clit. vol clit. vol clit. vol clit.
enk 1e ic mijns mi mi
2e du -tu dijns di di
3e m hi -i sijns -es
-s
hem -em
-en
hem -en
-ene
-ne
f si -se haer -ere
-re
-er
haer -ere
-re
-er
haer -se
n het t-
-et
-t
- -es
-s
hem het -et
-t
mv 1e wi onser ons ons
2e ghi -i uwer u u
3e si -se haer -ere
-re
-er
hem
hen
-en hem
hen
-se

-tu

  1. nominatief tweede persoon enkelvoud enclitische vorm: je, jij
    «Egidius waer bestu' bleven?»
    Egidius waar ben je gebleven
  • De du-vorm wordt weinig gebruikt en alleen voor goede vrienden, kinderen enz. Vaak wordt de ghi-vorm als beleefdheidsvorm gebruikt.


Klinkerharmonie
Ongerond Gerond
Niet-palataal -dı -du
Palataal -di -dü
Na f,k,s,ş,ç,t,h,p
Niet-palataal -tı -tu
Palataal -ti -tü

-tu na "o" of "u" en een stemloze medeklinker.

  1. vervult de rol van een koppelwerkwoord zijn in de derde persoon enkelvoud verleden tijd: was
    «Yok - Garajda hiç araba yoktu
    Afwezig, niet bestaand - In de garage was er geen enkele auto.