mijns
- mijns
- van Middelnederlands mijns; op te vatten als mijn met het achtervoegsel -s
mijns
- (verouderd) genitief m (van) mijn
- Ik ben een zoon mijns vaders.
- (verouderd) genitief o (van) mijn
- Dit is de regel mijns huizes.
- [1] mijns ondanks
- [1] mijns weegs
- [2] in het zweet mijns aanschijns
- [2] mijns inziens
- Het woord mijns staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mijns" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "De tweede brief van de apostel Paulus aan Timotheüs" 2 Tim. 2:18 in: Statenvertaling. Jongbloededitie op website Statenvertaling.net; geraadpleegd 2016-08-28
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be