nominatiefgenitiefdatiefaccusatief
volclit.volclit.volclit.volclit.
enk1eicmijnsmimi
2edu-tudijnsdidi
3emhi-isijns-es
-s
hem-em
-en
hem-en
-ene
-ne
fsi-sehaer-ere
-re
-er
haer-ere
-re
-er
haer-se
nhett-
-et
-t
--es
-s
hemhet-et
-t
mv1ewionseronsons
2eghi-iuweruu
3esi-sehaer-ere
-re
-er
hem
hen
-enhem
hen
-se

t-

  1. nominatief en accusatief o, de proclitische vorm van het,

t-

  1. nominatief en accusatief o, de proclitische vorm van dat
    «Dat kint -> Tkint »
    Het kind.
  1. In Vlaanderen vrijwel alleen als proclitische vorm gebruikt, elders komt ook "dat" voor.
  2. Voor stemhebbende medeklinkers wordt gewoonlijk d- gebruikt.