zeshonderdvierenvijftig

       
0 6 5 4
zeshonderdvierenvijftig,
op een abacus
  • zes·hon·derd·vier·en·vijf·tig

zeshonderdvierenvijftig

  1. "654", het getal tussen zeshonderddrieënvijftig en zeshonderdvijfenvijftig, zeshonderd plus vierenvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdvierenvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdvierenvijftig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdvierenvijftig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdvierenvijftig zeshonderdvierenvijftigs
verkleinwoord zeshonderdvierenvijftigje zeshonderdvierenvijftigjes

de zeshonderdvierenvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 654 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdvierenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zeshonderdvierenvijftigmv

  1. groep van 654 eenheden
    • Die zeshonderdvierenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.