zeshonderdachtenzeventig

       
0 6 7 8
zeshonderdachtenzeventig,
op een abacus
  • zes·hon·derd·acht·en·ze·ven·tig

zeshonderdachtenzeventig

  1. "678", het getal tussen zeshonderdzevenenzeventig en zeshonderdnegenenzeventig, zeshonderd plus achtenzeventig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdachtenzeventig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdachtenzeventig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdachtenzeventig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdachtenzeventig zeshonderdachtenzeventigs
verkleinwoord zeshonderdachtenzeventigje zeshonderdachtenzeventigjes

de zeshonderdachtenzeventigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 678 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdachtenzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zeshonderdachtenzeventigmv

  1. groep van 678 eenheden
    • Die zeshonderdachtenzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.