zeshonderdachtennegentig

       
0 6 9 8
zeshonderdachtennegentig,
op een abacus
  • zes·hon·derd·acht·en·ne·gen·tig

zeshonderdachtennegentig

  1. "698", het getal tussen zeshonderdzevenennegentig en zeshonderdnegenennegentig, zeshonderd plus achtennegentig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdachtennegentig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdachtennegentig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdachtennegentig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdachtennegentig zeshonderdachtennegentigs
verkleinwoord zeshonderdachtennegentigje zeshonderdachtennegentigjes

de zeshonderdachtennegentigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 698 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdachtennegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zeshonderdachtennegentigmv

  1. groep van 698 eenheden
    • Die zeshonderdachtennegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.