vracht
- Geluid: vracht (hulp, bestand)
- IPA: / vrɑxt / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /vrɑχt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vrɑxt/
- vracht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vracht | vrachten |
verkleinwoord | vrachtje | vrachtjes |
de vracht m
- de lading van een vervoermiddel
- chartervracht, karrenvracht, maatvracht, overvracht, retourvracht, scheepsvracht, wagenvracht, zeevracht
|
1. de lading van een vervoermiddel
- Het woord vracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vracht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vracht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vracht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be